Publisher's Synopsis
Het geluid van de takken geschud door een onophoudelijke wind die zich sist door de bomen en verhoogt en sleept miljoenen dode bladeren in zoveel kleine dansende whirlpools die verschijnen en verdwijnen in de dikke mist die alles omvat en die alles in een paar uitstrekken omvat enigszins om niets dan verlaten te laten schijnen.
Koud: nog steeds waterval. Stilte: niet langer de brullen op de rotsen ooit gekleurd met mos, nu bevroren.
Woestijn: geen levende ziel wordt aangetroffen op deze grijze plaatsen, zonder kleuren, zonder geuren; geen dieren die de velden, de bossen, de paden oversteken; Hier is niets, alles is stil ... Alles is stil ... Alles is stil ...
Nee ... Wacht even ... je hoort iets ... een geluid van voetstappen ... een crunch van dode bladeren ... hier, nu zie je iets ... iemand, het is een vrouw; Ze loopt langzaam, haar voeten zijn kaal, haar jurklicht, maar ze lijkt niet koud te voelen; Haar gezicht is ontspannen en ... het is triest ... ze is erg verdrietig. Ze ziet er jong uit, maar het licht in haar ogen onthult de vreugde en verdriet van een lang leven.